Overzicht van andere organisatievormen

Sommige taken moeten onafhankelijk van minister en beleid worden uitgevoerd, wat de ministeriële verantwoordelijkheid beperkt. Deze taken kunnen zowel binnen als buiten het ministerie worden georganiseerd.

Rijksinspecties en de planbureaus hebben bijvoorbeeld een eigen positie binnen ministeries.  Maar in bepaalde gevallen is een andere manier van organiseren noodzakelijk. Voor het instellen van elke organisatievorm gelden andere voorwaarden; soms overlappen de organisatievormen elkaar. In onderstaand overzicht staan al deze vormen op een rij.

Deze organisaties zijn geen onderdeel van een ministerie. De overheid kan een rol hebben bij de oprichting van een privaatrechtelijke organisatie; de betrokken minister is dan verantwoordelijk voor dit proces. Daarbij wordt de Tweede Kamer betrokken. De overheid kan ook aandeelhouder zijn (staatsdeelnemingen of beleidsdeelnemingen). In het algemeen heeft de minister geen bijzondere bevoegdheden.

Het instellen van dit soort organisaties kan op verschillende manieren:

  • bij wet (oprichting zelfstandig bestuursorgaan, instelling adviescommissie of wettelijke inperking van de aanwijzingsbevoegdheid minister ten aanzien van een onderdeel van een ministerie);
  • of bij ministeriële regeling (instelling adviescommissie of inperking aanwijzingsbevoegdheid ten aanzien van een onderdeel van een ministerie).

Verzelfstandigingen en privatiseringen

Bij voorgenomen verzelfstandigingen en privatiseringen volgt het kabinet het Besliskader privatisering en verzelfstandiging, ontworpen door de Eerste Kamer. Daarvoor doorlopen de ministeries vijf stappen, die zorgen voor een vroegtijdige afweging met betrokkenheid van het parlement.

Het kabinet heeft daaraan een zesde stap toegevoegd: jaarlijks biedt het de Staten-Generaal een overzicht aan van voorgenomen verzelfstandigingen en privatiseringen. Dit gebeurt in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.